“Als er één non sexy onderwerp is, is het wel een container vol troep…”
“Als inkoper zit ik vaak aan tafel met leveranciers en dan gaat het steeds vaker ook over duurzaamheid. ’Als je dit in een gebouw aanbrengt, kun je het dan over 75 jaar nog uit elkaar halen?’ vraag ik dan, ‘Zodat je alleen nog onderdelen overhoudt die je nogmaals kunt gebruiken?’ En daarop krijg ik steeds vaker goeie feedback. Zo van: ‘Ik snap welke kant jullie op willen. Leuk! Daar hebben we nog wel een ideetje voor.’ Dat is zo leuk om te doen!”
“De Nijs is MVO4-gecertificeerd, waarbij MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Daar hoort bij dat je elk jaar je stakeholders, ofwel je belanghebbenden, tijdens de zogeheten stakeholdersdialoog, vraagt wat zij nou belangrijk vinden op dat gebied. Een stakeholder kan bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam zijn of de landelijke overheid, maar ook de buurman bij wie je anderhalf jaar naast de deur gaat bouwen. We maken er altijd een leuke ochtend of middag van met meestal zo’n zestig tot tachtig mensen.”
Container vol troep
“Onze stakeholders mogen zeggen wat ze belangrijk vinden en daar moeten wij ons beleid op baseren. Zo geef je voor een deel het stuur uit handen, zou je kunnen zeggen. Maar wij kennen onze stakeholders goed, dus voor ons voelt dat helemaal niet zo. En één van de onderwerpen die steeds terugkeren, is afval. Onze belanghebbenden vinden het belangrijk dat wij zorgvuldig omgaan met het afval dat we produceren. Als er nou één non sexy onderwerp is, is het wel een container vol troep… En toch doen we al jaren ons best om daar stappen in te maken.”
“Eén van die stappen zijn de gesprekken die we voeren met afvalverwerker GP Groot. Ketengesprekken noemen zij dat. GP Groot kijkt naar wat er nou eigenlijk overblijft bij het verwerken van het afval. Waar ze niets meer mee kunnen, wat dus naar de oven gaat. Uiteindelijk willen zij alleen maar bruikbare grondstoffen overhouden in plaats van afval. Dus ze vragen zich af of het anders kan.”
Lijm
“Als inkoper van een bouwbedrijf als De Nijs, ben ik natuurlijk de klant van een heleboel leveranciers, en als klant mag je wat zeggen. Dus gaan wij samen met GP Groot in gesprek met een leverancier. Dat gesprek begint met de vraag: ‘Kijk, als dit eenmaal bij ons in de bak ligt, kunnen wij er niks meer mee. Kan dat niet anders?’
Veel producten zijn in de loop van de tijd ontwikkeld om te voldoen aan bepaalde eisen, waaronder een snelle montage. Maar als we ze in de toekomst gaan demonteren, houden we geen bruikbare grondstoffen over. Verlijmde producten bijvoorbeeld, zijn voor eeuwig aan elkaar verbonden. Die kun je nooit meer losmaken. Dus we moeten nu al stilstaan bij de volgende keer dat het product zal worden gebruikt. Dat dat misschien pas over 75 jaar is, maakt het wat abstract. Maar je kunt je voorstellen dat de kinderen van je kinderen dan wel een onoplosbaar probleem hebben. Daarom vragen we steeds meer mensen om mee te denken over duurzaamheid en daar krijgen we mooie reacties op.”
Openheid
“Het mooie van die ketengesprekken met GP Groot vind ik de openheid die het verlangt van alle deelnemers, maar ook het feit dat je voorzichtig aan steeds breder gaat kijken. Je beperkt je niet meer tot jouw deel van het proces. En dat is ook de enige manier waarop we de duurzaamheid kunnen verbeteren met elkaar. Als we gaan begrijpen hoe dingen in elkaar zitten, waarom bepaalde dingen belangrijk zijn voor de andere partij en andere dingen misschien van minder belang, dan kun je samen tot oplossingen komen.”
“Ik moet tijdens die gesprekken vaak denken aan de basistraining onderhandelen die ik ooit volgde: als je niet doorvraagt, als je niet minimaal vijf keer vraagt waarom, dan kom je niet tot de kern.
Gewoon beginnen
Kijk, we moeten aan de bak met die duurzaamheid, want overheid heeft duidelijke doelen gesteld voor 2030 en 2050. Dan kun je natuurlijk gaan zitten staren naar die deadlines, maar je kunt ook gewoon beginnen en dat is wat wij doen. Dat is het fijne van een bedrijf als De Nijs. Een familiebedrijf met een geschiedenis van meer dan honderd jaar. Ze zijn het gewend om naar de lange termijn te kijken en hebben ook over dit soort dingen nagedacht.”
“Voor De Nijs is het natuurlijk belangrijk wat we vandaag en morgen doen. Maar het is nog veel belangrijker dat we over zoveel jaren nog steeds een organisatie zijn waarin we lekker kunnen bouwen, waarbij iedereen een beetje happy is en we ook nog een paar centjes overhouden. Het zit in het DNA van De Nijs dat we niet alleen op aarde zijn om geld te verdienen. Nee, we moeten iets neerzetten waar we over vijftig jaar nog trots op zijn.”
Piepklein beetje mijn gebouw
“Want dat is natuurlijk het allermooiste wat er is. Wij maken tastbare gebouwen waar je naartoe kunt gaan. Pas was ik met mijn meisje bij Eye, het filmmuseum in Amsterdam. En dan merk ik dat het stiekem ook een piepklein beetje mijn gebouw is. Ik heb toch mogen bijdragen aan het hele bouwproces.”